De economie, vooral in Europa, zit na een aantal jaren van voorspoed weer in een dip wat voor de ECB het signaal is geweest om het opkoopprogramma van (staats-)obligaties weer van stal te halen. Een aantal landen, waaronder Nederland, heeft aangegeven de noodzaak van een nieuw opkoopprogramma niet te onderschrijven omdat in de desbetreffende landen de economie nog wel goed draait.
Bij een min of meer optimistisch economisch beeld hoort een rente, die op een hoger niveau ligt dan de huidige. Verwacht mag worden dat door het nieuwe opkoopprogramma van de ECB de rente nog veel jaren laag zal blijven met serieuze risico's voor vorming van zeepbellen in de economie.
Met zekerheid zal de rente blijven fluctueren en uiteindelijk naar hogere niveaus stijgen, maar het moment waarop de rente daadwerkelijk hoger wordt kan niemand voorspellen. We mogen er wel op rekenen dat dit moment zich niet binnen afzienbare tijd zal aandienen.
Voor de financieringsfunctie is het zaak om alert te blijven op deze ontwikkelingen. De gemeente (en dus de belastingbetaler) is erbij gebaat activiteiten zo goedkoop mogelijk en toch veilig te kunnen financieren, wat betekent dat de huidige, lage rente lang in de boeken blijft door leningen met lange looptijden af te sluiten. Daarnaast is het zaak om een open oog te houden voor de economische en financiële ontwikkelingen, zodat een stijging van de rente de gemeente niet overvalt.