In de wet FIDO is een norm vastgesteld voor de risicobeoordeling van de rente op de langlopende financiering, de zogenaamde renterisiconorm. Deze norm geeft feitelijk aan voor welk deel van het begrotingstotaal de gemeente een zogenaamd renterisico mag lopen. Dit renterisico bestaat eruit dat bij een tussentijdse herziening van de rente of bij de noodzaak om een herfinanciering toe te passen de actuele marktrente kan zijn gestegen waardoor op de begroting hogere lasten moeten worden opgenomen. Voor 2019 was de renterisiconorm vastgesteld op 20% van het lastentotaal van de gemeentelijke begroting bij aanvang van het jaar.
In 2019 heeft de gemeente op de bestaande leningenportefeuille een bedrag van € 62,1 miljoen afgelost en is door partijen die een lening hebben van de gemeente € 7,1 miljoen afgelost. Per saldo heeft de gemeente voor een bedrag van € 55 miljoen schulden afgelost. Hier tegenover zijn voor € 30 miljoen nieuwe leningen aangetrokken, waarvan € 0,3 miljoen is uitgeleend. Voor de berekening van de renterisiconorm wordt gekeken naar de laagste van de twee: òf de benodigde herfinanciering van de bestaande portefeuille òf de nieuw aangetrokken financiering, wanneer die lager is.
Het gerealiseerde renterisico bedroeg dus € 30 miljoen -/- € 0,3 miljoen = € 29,7 miljoen.
De toegestane renterisiconorm was 20% van € 727 miljoen: € 145,5 miljoen. Het werkelijk gelopen renterisico van € 29,7 miljoen is 4,1 % van € 727 miljoen. De gemeente Arnhem is dus ook met betrekking tot de renterisiconorm ruim onder de wettelijke limiet gebleven.